Glasfabrikanten
Gifhorn, Niedersachsen
Glasfabriek Gifhorn Nedersaksen rond 1900
1871
De in 1869 failliet gegane glasfabriek eigenaar August Thon, verwerft een steenfabriek in Gifhorn, die hij ombouwt tot glasfabriek.
Mijnlampenglas H.J GO GIFHORN
1873
De glasfabriek wordt als “Augusta Hütte” in bedrijf genomen. Als werklieden nam hij rond 40 glazeniers aan, die hij uit de gesloten fabrieken van Triangel en Neuhaus had aangesteld. De eerste producten uit de glasfabriek van Gifhorn waren medicijnflesjes, alcoholglazen en buisglas.
1876
De stad Gifhorn neemt de glasfabriek, na 3 jaren geleid te zijn door August Thorn, over. Thorn heeft grote schulden bij de stad. Ook voor de stad brengt de glasfabriek alleen maar schulden teweeg.
1878
Wilhelm Limberg († 1886) uit Westerberg bij Alfeld neemt de glasfabriek over en doopt deze om tot Glashüttewerke W. Limberg und Co. Hij produceert parfumflakons, mijnlampenglaasjes, medicijnflesjes en druppelflesjes en dat heeft grote gevolgen. Voor het merk “Pelikan” maakt men inktpotjes, voor “4711” parfumflesjes en veel meer.
1898
Een brand vernielt de glasslijperij van de fabriek.
1899
Een 3-verdieping hoog, modern gebouw wordt gerealiseerd.
Wilhelm Limberg rond 1880
1903
25-jarig jubileum. Het aantal werknemers bedraagt dan 286.
1911
Alleen al in de glasslijperij werken 150 medewerkers. Het bedrijf heeft een eigen zorgverzekering, arbeiderswoningen en een aansluiting op het spoorwegennet. De glasfabriek loopt voorop in de glasindustrie. In vele steden en landen werken vertegenwoordigers.
Ansichtkaart uit 1914: Glasfabriek W. Limberg & Co. en Villa Limberg
1928
Het 50-jarig bestaan wordt gevierd door een parade-optocht door de stad Gifhorn. Het bedrijf heeft nu 400 werknemers en 20 ingehuurden. Glasproducten werden vervaardigd op semi-automatische machines, maar ook nog handgeblazen.
1930
Er wordt voornamelijk helder glas geproduceerd, maar ook gekleurd glas, zoals glas in bruin, blauw en groen. De dagelijkse productie loopt in de 30er jaren op tot 70000 stuks.
1934
Door teruglopende exportcijfers komt de glasfabriek in economische moeilijkheden.
1935
Het officiële fabriekslogo, dat op bepaalde producten aanwezig diende te zijn, bestaat uit een hart met de letter "L" voor Limberg. Dit wordt door een ambtelijke mededeling in 1938 bevestigd.
Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog blijft de glasfabriek beperkt produceren.
Er werden net als in vele andere glasfabrieken, in opdracht van het Duitse leger, glasdelen geproduceerd voor de vervaardiging van de “Glasmijn 43” (Glasmine 43).
Hierboven: Glasmijn 43, Rechts: Glasmijn oorlogsmuseum Clervaux.
Deze Glasmijn was een uiterst gevaarlijke anti-manschappenmijn met een glazen behuizing die door de Duitsers in de oorlog werd gebruikt. Omdat deze mijn bijna geen metalen onderdelen bezat, kon deze maar zeer moeilijk door de vijand worden ontdekt, zelfs niet met geavanceerde metaaldetectoren.
1945
De productie wordt wederom opgevoerd. Er zijn rond 1946 dan zo’n 250 mensen in dienst. De dagproductie bedraagt 40000 stuks, waarbij het hoofdzakelijk gaat om medicijnflesjes en glazen voor de voedingsmiddelenindustrie. Er zijn –volgens de archieven- geen aanwijzingen meer voor de productie van glaswerk ten behoeve van de mijnindustrie.